Hoe goed je je best ook doet, je ontkomt niet aan de tirannie van het coronavirus. Ik ruil een kaartje van de krantenbezorger voor een nieuwjaarsfooi. Even later zegt mijn vrouw: ‘Heb je je handen wel gewassen?’
“Nee, jeetje…’
‘Je weet niet wat hij allemaal heeft aangeraakt.’
Op het kaartje staat: Wij blijven ons best doen om in deze bijzondere tijd uw krant te bezorgen. Ik zou een kaartje willen maken met: Ik blijf mijn best doen om in deze bijzondere tijd uw krant te lezen.
De krant als radertje in een meningenmachine die op volle toeren draait. Ik verlang steeds vaker naar de rust van de karige maandagkrant, waarvoor de informatie bij elkaar geschraapt moest worden.
Ik denk opeens aan een heel oude tante in een verzorgingstehuis die lang geleden al klaagde over de dienstverlening. De kok die plaats maakte voor opwarmmaaltijden. Met veel stamppot op het menu om overschrijding van het budget te voorkomen. Zij mist de vertrouwde, ervaren hulpen. Zij heeft te maken met stagiaires die zij moet uitleggen wat zij moeten doen en hoe. ‘Elke keer weer een andere invalskracht. Als ik zelf niet oplet, krijg ik de verkeerde medicijnen.’
Een storm aan tegenmeningen
Ik denk te begrijpen wat Jaap van Dissel bedoelde met zijn opmerking over de kennis van de zorgverleners en de invloed op de bestrijding van het coronavirus. Ik heb het niet ervaren als kritiek op de inzet van het hard werkende zorgpersoneel, maar op de bovenbazen en de politiek die de zorg hebben uitgekleed tot op het bot – en dieper.
Een mening die weer een storm aan tegenmeningen opriep. De manische meningenmachine in de praktijk.
In een supermarkt in Ommen staat een apparaat om winkelwagentjes te ontsmetten. Je zet het proces in werking met een zwaaibeweging. Een man staat er licht grijnzend naar te kijken. ‘Net m’n oma. Die zwaaide de schermerlamp gedag.’
Een dame reageert vinnig: ‘Lekker makkelijk de spot drijven met het beschermen van onze gezondheid.’
‘Als het daar om gaat dan kan je beter in de winkel zwaaien naar al die mensen die te dicht bij je karretje komen.’
‘Ach man, krijg jij de tering.’
De manische meningenmachine die ontspoort.