Met enige regelmaat hoort de Tekstschrijver nieuwe uitdrukkingen die hij graag veel eerder had willen gebruiken. ‘Dat moet een plekje krijgen’ is daarvan een goed voorbeeld. We hebben dit excuus te danken aan de onstuimige opkomst van therapeutische hulpverleners en de navenante groei van problemen. Die zetten zij weg, zoals Sinterklaas cadeautjes in schoenen doet. Problemen een plek geven, komt anders over dan: ‘Wat een gezeur’ of ‘Ik snap er niks van en geen idee hoe ik u moet helpen’. Wij hollen niet meer van hot naar her, maar van plekje naar plekje.

De Tekstschrijver ging in gedachten terug naar de zondagmiddagen dat hij urenlang aan tafel zat met een bord koude spruiten voor zich. ‘Als je iets niet lust dan leer je het maar eten,’ was het opvoedkundige motto van zijn moeder. Zou het anders zijn afgelopen als hij had kunnen zeggen: ‘De bite en de smaak van spruiten moeten hun plaats nog krijgen’. Zijn moeder had waarschijnlijk gezegd: ‘Weet je wat jou plaats is? In bed. Zonder eten.’

Relatieschade komt ik steeds meer tegen
Zou het indruk maken als je tegen een deurwaarder zegt: ‘Natuurlijk, u moet uw werk doen, maar het op tijd betalen van rekeningen moet nog een plekje krijgen. Dat deed mijn man altijd en die…’
De deurwaarder knikt: ‘Begrijp ik, mevrouw, relatieschade komt ik steeds meer tegen. Ik kan u wel een telefoonnummer geven van een instantie die u graag helpt.’
Hij taxeert de inventaris en mompelt: ‘Alle beetjes helpen’. Hij noteert: televisie, verouderd; stereotoren, zestiger jaren; Senseo-apparaat… Hij kijkt er nog eens goed naar en schrijft dan tussen haakjes op: vies. ‘Hier vinden we wel een ander plekje voor,’ stelt hij haar gerust. Maar zij is met haar gedachten bij relatieschade. Heeft die al een plekje gekregen?

LEUK ALS U REAGEERT