De Tekstschrijver hoorde een vrouw tegen haar vriendin zeggen: ‘Die korting, dat is een sigaar in eigen doos’. Toen wist hij genoeg om het vervolg van hun conversatie te kunnen bedenken.
‘Ik vind vijftien procent anders een hele slok van een borrel.’
‘Schat, die winkelier telt eerst vijftien procent bij de prijs op en geeft je dan vijftien procent korting. Je weet toch dat middenstanders winst maken op de rug van een ander? Ze nemen je bij de neus en dan je hele hand.’
‘Ja, de tijd dat de koning klant was, is voorbij. Ik heb gehoord dat internet nu king is.’
‘Daarom is het zo stil in de winkels. Je kunt met een kanon schieten en met een olifant een mug raken.’
‘Gek, hè, zaken die vroeger met kop en schotel boven alles uit staken, zitten nu in het midden van de moot.’
‘Eigen bult dikke schuld. Als je de boot mist, moet je op de blaren varen.’
‘Dat zei Johan Cruyff ook al: je moet nooit geen schoenen aantrekken die niet passen.’
‘En nieuwe kopen als je de oude hebt weggegooid.’
‘Goed dat je het zegt. We moeten nog even naar die schoenenwinkel met voordeelaanbiedingen. Kijken of we daar een appel en een ei op de kop kunnen tikken.’
‘Je bedoelt knollen en citroenen?’
‘Maakt niet uit, schat. Schiet nou op, want anders zijn de krenten uit de pap gevlogen.’
‘Wat je zegt. Wie het eerst komt, trekt aan het langste eind.’
‘Je lijkt mijn man wel.’
De vriendin giechelde. ‘Je moet een gegeven man niet in de bek kijken. Of zeg ik nou iets raars?’