‘Goedemorgen, meneer.Schikt het als ik even een praatje met u maak?’
‘Pardon?! Een…praatje maken, zegt u. Waarom?’
‘Omdat het de Week tegen de Eenzaamheid is.’
‘Ja, dat werpt natuurlijk een heel ander licht op uw verzoek.’
‘Misschien met een kopje koffie?’
‘Dan treft u het niet, mevrouw, want ik heb mijn maximum voor het eerste dagdeel zojuist bereikt. Maar kunt u ook aangeven wat ik mij moet voorstellen bij Een Praatje?
‘Nou dat u bijvoorbeeld vertelt wat u zoal doet de hele dag door.’
‘Drie maal daags een maaltijd voorbereiden en nuttigen, het huis en de tuin aan kant houden, de krant en boeken lezen, boodschapjes doen, het afval scheiden, een was of wasje doen, afhankelijk van het weer een korte of langere wandeling maken, het Journaal bekijken. Dat biedt al met al maar weinig aanknopingspunten voor een gesprek met enige diepgang en van enige lengte.’
‘Diepgang, ach, als dat er in zit, dan is dat mooi meegenomen natuurlijk. Maar het gaat vooral om de contactmomenten en de beleving daarvan.’
‘U bedoelt de stofzuiger aan en uit zetten? Het contact met het vaatwerk in het Dreft-sopje? Ik geniet zelf het meest van het contact met Rob Trip. Hij zorgt ervoor dat ik het nieuws, hou gruwelijk ook, als geruststellend ervaar. Ook als ik hoor over de ideeën van de partij Vijftig Plus van die meneer Krols. Voor zo’n empathische nieuwslezer mag je op mijn leeftijd zeker dankbaar zijn.’
‘Ja, als u het zo bekijkt…mathematisch, zoals u zegt. Zelf heb ik de indruk dat elke dag een Week tegen de Eenzaamheid zou mogen zijn.’
‘Ik ben een man alleen, mevrouw, maar ik ervaar eenzaamheid niet als een gebrek maar als een welkom geschenk. Weet u wat mij zo manmoedig doet voortleven? Het gruwelijke vooruitzicht dat ik sterven moet met een vrijwilliger naast mijn bed die vol goede moed en met liefdevolle en warme zorg probeert mijn laatste levensfase te verlichten. Helaas, u bent bij mij aan het verkeerde adres als u zich geroepen voelt om eenzaamheid te bestrijden.’
‘Dit is nou weer typisch zo’n egoïstische mannenopvatting. Zij denken altijd meteen dat het om hun eigen gaat. U hebt het helemaal niet in de gaten, hè, dat ik behoefte heb aan een praatje, omdat ik zo verschrikkelijk eenzaam ben.’