Is het niet curieus dat er een bloeiende deeleconomie is ontstaan die gebaseerd is op het misverstand dat teambuilding heet? Het doorgaans zuinige bedrijfsleven investeert vrolijk in de veronderstelling dat medewerkers beter of meer samenwerken als ze gezamenlijk dingen hebben gedaan waarvoor ze zich fysiek of geestelijk in pijnlijke bochten hebben moeten wringen. Noem dit afbeulen een clinic en managers zijn overtuigd van de helende werking en hebben Arbo-artsen er vrede mee.
Maar wat is de ratio? Voor het bouwen van een vlot uit sprokkelhout heb je toch heel andere vaardigheden nodig dan voor het soepel laten lopen van de debiteurenadministratie? Staan activiteiten met een winnaarscomponent niet haaks op het goed functioneren als collectief? Hoe moet je de volgende dag samenwerken met collega’s die jou het verlies kwalijk nemen? Dan is de afdeling een escaperoom zonder nooduitgang.
Waarom je heil voor teambuilding zo ver buiten de deur zoeken?
Praat meer met elkaar
Als je wilt investeren in een goede of betere samenwerking in de organisatie doe dat dan gestructureerd in werkoverleg. Praat meer met elkaar om elkaar beter te leren kennen. Overleg is ook de gelegenheid om gebruik te maken van de kennis en ervaring die medewerkers hebben van de dagelijkse praktijk. Zij zijn de specialisten in de werkvloer. Betrek die kennis bij de gang van zaken. Geef medewerkers eigen verantwoordelijkheid en ze groeien in hun werk. Gebruik overleg om je waardering te tonen, wederzijds problemen aan te kaarten en op te lossen en ideeën uit te wisselen Dat werkt beter dat met elkaar gaan schaatsen, klikopdrachten uitvoeren, goochelen, alpaca’s knuffelen, bowlen, mondharmonica spelen, trommelen, fun curlen, kickboksen, een ijsbad nemen, mountainbiken, abseilen…
Als je als manager je bijzondere waardering voor je medewerkers wilt laten blijken, geef ze een budget om een avondje met elkaar te gaan stappen. Gewoon ergens iets drinken of eten, zonder cryptische routebeschrijving en opdrachten waarvoor je het morsealfabet moet kennen.