Herinneringen. Hoe kom je erop? Het geheugen brengt mij soms op onverwachte plekken in het verleden. Het bericht over het rare idee van Kamerlid Kuzu dat medici bij allochtone patiënten de stekker er eerder uittrekken dan bij autochtone, herinnerde mij aan Jouke, een buurjongen uit de straat waar ik ben opgegroeid. Zijn moeder was doof en had geen gehoorapparaat. Geen geld? Het ongemak dat je een doos met batterijen moest dragen? Het fatalisme van ouderdom komt nu eenmaal met gebreken? Ik kan het niet verklaren. Jouke nam een keer vriendjes mee naar huis. Zijn moeder was aan het stofzuigen. Hij trok de stekker uit het stopcontact en zijn moeder ging gewoon door met stof zuigen.
Er kwam nog een andere herinnering naar boven. Die is afkomstig uit het verjaardagsrepertoire van onze familie. Vast onderdeel – naast bowl van vruchten uit blik – was het doornemen van de medische status van familieleden en kennissen. Een van de huisartsen uit Krommenie ging op bezoek bij een patiënt – dat was heel gebruikelijk in de vorige eeuw – die vanwege rugklachten enige dagen in bed moest blijven en het warm moest houden. Toen de dokter zag dat hij onder een elektrische deken lag, trok hij de stekker uit het stopcontact en zei: ‘U bent toch niet zo ziek dat u denkt dat u een boterham bent die geroosterd moet worden?’
Alle buurtbewoners zaten in de val
En toen maakte mijn geheugen een sprong naar een herinnering van Jaap van Meurs aan de Tweede Wereldoorlog toen er een razzia werd gehouden op de Militaireweg. De Duitsers hoefden alleen maar de Pelikaanbrug op te halen en aan het andere eind de weg te blokkeren met een paar soldaten. Alle buurtbewoners zaten in de val, maar niemand had gehoor gegeven aan de oproep dat alle mannen tussen zestien en vijfenveertig jaar klaar moesten staan voor transport naar Duitsland. Veel mannen hadden zich verscholen onder het dak of waren de weilanden in gevlucht. Eén man was in bed gekropen. Zijn vrouw gaf toe dat haar man thuis was en wees de soldaten naar de slaapkamer boven. Ze moesten wel voorzichtig zijn, waarschuwde zij, omdat haar man een ernstige vorm van difterie had. De angst voor een besmettelijke ziekte bleek groter dan de plicht om een dienstbevel op te volgen.
Zo zie je maar dat een woord ons op diverse plekken uit ons geheugen kan brengen.
Misschien hebben de mannen van denk, heel andere herinneringen, zijn ze bevooroordeeld.
Gelukkig ben ik er van overtuigd dat wij hier in Nederland erg tolerant zijn.