Wij waren een beetje bang voor hem. Als we hem zagen aankomen, liepen we gauw naar de overkant van de straat. Hij was een lange man, zonder leeftijd, die zich statig voortbewoog en de wereld niet meer gunde dan een norse blik. Het was spannend om te zien wat er gebeurde als hij stopte. Als hij doorliep, was het goed. Als hij terug ging, had hij de afstand verkeerd ingeschat. En deed hij een nieuwe poging om het aantal stappen te halen dat hij in zijn hoofd had.
Nu weet je dat hij een dwangneurose had. In de jaren vijftig werd je hiermee een bekend dorpsfiguur. Zoals de Stappenteller.

 Een stappenteller voorziet
in onze behoefte aan bevestiging
De stappenteller bestaat nog steeds. Nu als een apparaatje en als service van je mobiele telefoon. Het voorziet in onze behoefte aan bevestiging. Het is niet meer voldoende om te weten dat lopen gezond is Je moet bevestigd krijgen hoe gezond je bezig bent. Daarom heeft de Hartstichting laten uitrekenen dat je daarvoor 5.000 stappen per dag moet zetten. Ik denk dan: meten is zweten. Want wat doe je als aan het einde van de middag blijkt dat je 423 stappen te weinig hebt gescoord?
Ik ben de enige die elke ochtend de hond uitlaat zonder hond. Ik wandel een half uur, omdat de dokter heeft gezegd dat het goed voor me is. Ik vind het ook lekker om al lopend het bestand aan gedachten en piekerpuntjes op te schonen. Of ik bedenk een column over stappen tellen. En ik steek er wat van op. Ik weet nu wat het verschil is tussen een ooievaar en een zilverreiger. Dankzij de mevrouw die haar hondje uitlaat en veel weet over vogels. Ik groette haar altijd, maar nu ik haar ken, maken we af en toe een praatje. Ik tel niet mijn stappen, maar de zegeningen van het wandelen.

 

Deze column is eerder gepubliceerd in Reuring, een magazine met informatie over wat er te beleven is in Wormerveer:
www.reuring-wormerveer.nl

 

LEUK ALS U REAGEERT