Ze leunde tegen haar auto. Keek met half dichtgeknepen ogen naar de vage zon en genoot van elk trekje van haar sigaret. Toen ze mij zag kijken, zei ze met een diepe zucht: ‘Boodschappen doen, is mijn speelkwartier. Omdat er geen fietsenstalling is bij de supermarkt, kan ik helaas niet stiekem roken.’ Ze trapte de peuk uit en zei: ‘Ik ga maar weer naar school en kantoor. De zolder is nu het kantoor van het afdelingshoofd dat buiten kantoortijd mijn man is en de kamer het klaslokaal van mijn zoon. En ik zit met mijn laptop tussen twee computers, tussen een stroom videoconferences en het thuisonderwijs. Allebei zijn ze lekker bezig en ik kom tot niks.
Dat is m’n eigen schuld, hoor. In het begin is het leuk om mee te kijken in de klas. Je leert er wat van, hoop je. Je leert in ieder geval de leraren op een heel andere manier kennen dan in de gesprekjes die je op school moet voeren. Nooit geweten dat die stugge leraar Engels zo’n geestige kerel is en de lerares natuurkunde zo’n strenge bitch. Je hoort het aan en je doet onbewust mee. Ik hoor dat ze voor Duits de volgende keer aan de klas moeten kunnen uitleggen wat een bijwoordelijke bepaling is. Ik vond de uitleg nogal ingewikkeld. Was blij dat ik het niet hoef uit te leggen. Ik zie mijn zoon en krijg niet de indruk dat hij echt luistert. Hij doet ondertussen van alles, rommelt in de spullen op tafel maar maakt geen aantekeningen. Ik kan het niet helpen, maar als voormalige juf zeg ik er iets van. Krijg je als antwoord jaja… Weet je wel, op zo’n onverschillig en ongeduldig toontje. De volgende les zit ik toch gespannen af te wachten. Krijgt hij ook nog als eerste een beurt. En hij schudt het hele verhaal zo uit zijn mouw en krijgt een groot compliment op de koop toe. Dat je je zo kunt vergissen in je kind. Dat is toch een openbaring die aan corona te danken is.
Reprimande van de juf
Op dat moment nam ik me voor om me he-le-máál nergens meer mee te bemoeien. Daarom zou ik het liefste alle boodschappen één voor één doen. Dan heb ik minder kans om in de verleiding te komen. Maar dan ben je ook iedere keer weer die huisvrouw die de stang van het winkelwagentje moet poetsen. Dan heb ik toch liever een reprimande van de juf die niet gelooft dat je je huiswerk niet hebt kunnen maken, omdat je vader de computer voor zijn werk nodig had.’