Oom Hendrik is niet de man die alles wat hem stoort wil verbieden. Hij heeft wel eens overwogen een actie te beginnen tegen middelbare en oudere mannen in korte broek, maar daar geen aandacht aan besteden, was bij nader inzien wel zo makkelijk. Maar als hij een keer een uitzondering zou maken dan is dat voor die ene reclamespot. Het begrip ‘spot’ is nooit zo treffend gebruikt als in dit geval. Want hoe haal je het in je hoofd om een mooi en feestelijk begrip te associëren met een onafwendbaar en onaangenaam moment in een mensenleven?
Oom Hendrik vreest dat hij voorlopig niet meer onbevangen kan genieten van een mooie of zonnige dag. Hij zal gekweld worden door schuldgevoelens. Door zijn onvermogen om zaken te regelen die hij van nature het liefste voor zich uitschuift. Zo ver mogelijk zelfs. Sinds het reclamefilmpje heeft dat schuldgevoel er een dimensie bij gekregen. Partner, kinderen en kleinkinderen herinneren hem aan een plicht die hij – ondanks zijn punctuele levenshouding – niet onder ogen durft te komen. Het scheelt natuurlijk dat oom Hendrik geen partner, kinderen en kleinkinderen heeft, maar dat filmpje pepert hem wel in dat hij vals speelt met het geluk van anderen.
Als iemand oom Hendrik met een vriendelijk ‘goedendag’ groet dan kiemt ogenblikkelijk het schuldgevoel dat hem bekruipt als een snel groeiende klimplant. Een goede dag! Waarom verpesten zij in Ster-tijd zijn leven met die wijsheid van een gemankeerde zendeling dat het een goede dag is om na de te denken over het einde van zijn leven en dat meteen maar even te regelen? De laptop staat er klaar voor…
Gewoon dood gaan, vindt oom Hendrik al zwaar genoeg.