Toen ze voor de zoveelste keer het reclamefilmpje had gezien, drong het pas tot mevrouw Peper-Klip door. Als zij niet in actie kwam en de mantelzorg zou overlaten aan de bekende Nederlanders die daarop aandrongen dan hadden zij geen tijd meer om schuins te marcheren. Dan zouden haar LIEVELINGSBLADEN even opwindend en onthullend worden als het recept voor het koken van een ei. Het was de hoogste tijd om eens wat vaker naar elkaar om te kijken.
Dus belde zij de volgende dag aan bij een buurman die zij in gedachten de Ouwe Chagrijn noemde. Hij deed open in een morsige kamerjas en op blote voeten in teenslippers. Onwillekeurig keek mevrouw Peper-Klip op haar horloge. Vier minuten over elf. Wie er op klaarlichte dag zo bij liep stelde – misschien onbewust – een indringende hulpvraag.
‘Ja?’ was de norse vraag van de buurman.
‘Ik kom even naar u omkijken.’
‘Ja??’
‘Ja, want ik heb de indruk dat u eenzaam bent…’
‘O, ja?’
‘Ja,’ zei ze opeens vinnig, ‘want de lamellen zijn altijd dicht en ik zie u bijna nooit en u loopt er nu bij alsof….’
‘Bedankt voor uw zorg, maar ik woon mijn hele leven al alleen. Ik vind dat heel prettig. Ik voel me pas ongelukkig als ik sociale contacten moet onderhouden of uitgenodigd word voor gezamenlijke, zogenaamde gezellige activiteiten als op een vast tijdstip een vast wandelingetje maken.’

Zij wees op een wandelstok
waaraan een gebruikte onderbroek hing

Dat was niet voldoende om mevrouw Peper-Klip uit het lood te slaan. Zij was doorgedrongen tot in het gangetje, waar zij wees op een paraplubak waar een gebruikte onderbroek aan een wandelstok hing.
‘Zo te zien kunt u wel een helpende hand gebruiken van een nette dame.’
‘Mevrouw, op onze leeftijd vergeet iedereen weleens waar je iets neerlegt. Daar hoeft u zich totaal geen zorgen over te maken. Dat doe ik ook niet.’
‘Maar ik zie in de keuken een berg afwas staan…’
‘Morgen is mijn vaste afwasdag. Ik produceer in mijn eentje weinig vuile vaat. In principe gebruik ik zo weinig mogelijk reinigingsmiddelen die de vaat schoon en het milieu vies maken.’
‘Zou u het niet leuk vinden als ik af en toe langs kom om een stukje voor te lezen. Uit de Privé of Story… Of voor u misschien uit de Autovisie?’
‘Als ik u was zou ik niet omkijken, maar zou ik me omdraaien en weer naar huis gaan en een ander doelwit uitzoeken voor uw overmaat aan goede bedoelingen. Goedemorgen.’
Mevrouw Peper-Klip nam zich kordaat voor om een brief te schrijven naar de Televisie. Om haar beklag te doen over de gemakzucht waarmee bekende Nederlanders de zorg voor eenzame buurtgenoten afschoven op mensen die niet voorbereid waren op humeurige, ondankbare types en hun miskenning van haar medemenselijkheid. Ze zat klaar achter haar schrijfblok om de daad bij het woord te voegen toen de bel ging. De buurvrouw van nummer 28.
‘Sorry dat ik u even lastig val, mevrouw Peper. Maar ik hoorde van de buurman dat u nogal … zeg maar … in de war zou zijn. Dat u hem als een hulpbehoevende hebt benaderd. Daarom dacht ik: ik ga voor alle zekerheid even bij u langs om te zien hoe…’
Mevrouw Peper-Klip sloeg de deur dicht met een klap die nog lang nagalmde in haar hoofd.

LEUK ALS U REAGEERT