Stel je voor: je loopt door een drukke winkelstraat en opeens springt een man op een bank en vraagt met een luidkeels ‘dames en heren’ de aandacht. Hij steekt een heel verhaal af over de ernstige ziekte waaraan hij lijdt, de gevolgen daarvan, zijn behandelingen, zijn ontreddering, zijn hoop… Wat zou je doen? Even opkijken en gewoon doorlopen? Misschien een beetje beschaamd doorlopen? Je schouders ophalen en hem voor gek verklaren? Of blijven staan, luisteren en hem dan toeroepen: “Vind ik leuk’?
Dat laatst gebeurt als dezelfde man op Facebook zijn medische status onder de aandacht brengt en verhaalt over zijn dwaaltocht door de medische wereld. Zo iemand vergaart meer dan tien klikken op ‘Vind ik’ leuk – te bizar voor woorden – en dertig persoonlijke reacties. Dit resultaat laat zien wat de macht van de media is en hoe schaamteloos die kan zijn. Dat is niet nieuw, want gerenommeerde televisieprogramma’s als ‘Rondom tien’ zijn hierop gebaseerd. Mensen zijn bereid om voor de camera ervaringen te delen die ze thuis of elders niet over hun lippen zouden krijgen.
Ook lezers hebben recht op privacy
Facebook is voor de Tekstschrijver een verlengstuk van de verjaardag, waar ziekten en zeer ook favoriete onderwerpen van borrelpraat zijn. Inventariseren wie wat mankeert en welke ervaringen iedereen daarmee heeft.
Misschien is Facebook wel de vervanger geworden van de dominee en de pastoor of andere vertegenwoordigers van het medeleven die een luisterend oor en een troostende schouder boden. Het advies om veel te praten over ingrijpende ervaringen in je leven, is nu uitgebreid met of veranderd in schrijven over die ervaringen.
Waarbij je moet constateren dat social media zo ingesleten zijn in het patroon van ons dagelijks leven dat niemand meer echt stil staat bij de openbaarheid van deze media en de consequenties die daar onlosmakelijk aan zijn verbonden. En dat is wat de Tekstschrijver mensen kwalijk neemt die hun hele hebben en houwen naar buiten brengen. Zij houden op geen enkele manier rekening met de lezers die al deze informatie ‘opgedrongen’ krijgen en die helemaal niet geconfronteerd willen worden met deze intieme details uit het leven van mensen die zich vrienden noemen, maar zich niet als zodanig gedragen. Lezers en ontvangers van social media hebben ook ‘recht’ op hun privacy. Het recht om iets niet te hoeven weten. Dat recht komt volgens de Tekstschrijver steeds meer onder druk te staan nu het gebruik van social media als medium voor ziekte- en stervensbegeleiding steeds meer toeneemt. Het enige verweer dat je hier tegen hebt, is stoppen met Facebook. Of mensen zo ver krijgen dat zij op een bescheiden manier kennis geven over hun lijden.
Pijnlijke herinneringen activeren
Deze trend van openheid over ziekte en zeer beperkt zich niet tot social media. Een bedrijf meldde in een nieuwsbrief dat klanten en relaties een bepaalde medewerker de komende tijd minder zouden zien, omdat hij behandeld moet worden voor een met name genoemde ernstige ziekte. Ik kan me met enige goede wil de overwegingen voorstellen om op deze manier opening van zaken te geven. Het past natuurlijk bij het bijna magische begrip van ‘transparantie’ dat van ondernemers wordt verlangd. Maar duidelijk zijn wil niet zeggen dat je dan maar alles moet vertellen. Er zal waarschijnlijk ook een praktische overweging zijn geweest: het bedrijf hoeft niet steeds weer tekst en uitleg te geven aan mensen die vragen wat er met die medewerker is.
Openheid heeft zijn grenzen en die liggen wat de Tekstschrijver betreft bij ingrijpende gebeurtenissen in het persoonlijke leven. Bij verantwoord communiceren, hoort ook de vraag: willen mijn klanten dit wel weten? Zo’n mededeling kan ook pijnlijke herinneringen of ervaringen activeren die je dacht te hebben verwerkt. Soms is de reputatie van een organisatie gediend met discretie en zwijgen.