De ambtenaar kwam vermoeid thuis en zei: “Langzaam leiderschap voor het radicaliseren van het tempo”. Zijn vrouw zette ogenblikkelijk haar glas wijn neer, sprintte naar de keuken, zette het eten op, dekte de tafel, startte de CD van Einaudi en was net op tijd om zijn colbertje te borstelen en in de kast te hangen.
De ambtenaar ging in zijn fauteuil tegenover de televisie zitten en zette demonstratief een plastic tasje op tafel.
“Wij hebben vanmorgen een verkennende discussie gevoerd over de nadere invulling van ons ontbijt,” zei de ambtenaar. “We zijn het er over eens geworden dat de primaire functie een inname is van de juiste bouwstenen in een verantwoorde dosering, opdat we voldoende zijn toegerust voor de werkzaamheden in de ochtend. De niet-beantwoorde vraag is of wij voor de nadere invulling van deze doelstelling kiezen voor genot of voor een toegevoegde waarde aan gezondheid. Met andere woorden: eten wij ’s ochtends Chocopops of muesli met spelt? Jouw standpunt was zoals gebruikelijk…”
“…het maakt mij niet uit, want meer dan een broodje jam en een kop thee krijg ik er toch niet in.”
“Precies, je bent gelukkig consistent in je opvattingen. Wat mij heeft gehinderd in het radicaliseren van het tempo van de besluitvorming dien aangaande. Ik meen een verantwoord compromis te hebben gevonden…”
De ambtenaar haalde een pak havermout uit de plastic tas en zette dat goed in het zicht op de tafel.
“Wat ons brengt tot de volgende fase in de besluitvorming. Consumeren wij de havermout gezagsgetrouw overeenkomstig de door de leverancier verstrekte informatie over de bereidingswijze? Of kiezen wij voor het uitgangspunt van het erfgoed en eten we het conform het volksgebruik als een pap met een stevige viscositeit, een licht zuurgehalte en met een lepel huishoudstroop als beloning voor de zwoegende uitvoering van de consumptie…?”
De vraag bleef boven tafel hangen. De ambtenaar strekte zijn benen en keek toen wat verdrietig naar zijn vrouw. “Ik zie dat je mijn veters bent vergeten.”
“En je pantoffels,” zei de vrouw van de ambtenaar en stond op. En ging over in een draf, omdat de aardappelen stonden aan te branden.