Het Nederlandse onderwijs lijkt een grossierderij in afkortingen. Ach ja, het gemak dient de mens, maar in dit geval ook het gebrek aan waardering voor mensen die met hun handen de kost verdienen. Jongeren leren geen duidelijk vak, maar volgen een vorm van BO (beroepsonderwijs). Daarmee kun je alle kanten op, want snorder, pooier en belastingontduiker zijn ook beroepen. En als vele wegen alle kanten op gaan, kan er geen sprake zijn van duidelijke keuzes. Wat dat betreft had de Tekstschrijver het een stuk makkelijker: ambachtsschool, voor meisjes de huishoudschool, mulo, hbs en lyceum. Zonder citotoets wist de meester van de zesde klas vrij zeker wat voor jou de beste keuze was.

Je kunt zelfs het basisonderwijs een beroepsopleiding noemen, want daar leer je de elementaire vaardigheden om een beroep te kunnen uitoefenen: lezen, schrijven, rekenen, aardrijkskunde en een aantal vakken die bijdragen aan je algemene ontwikkeling. Als de Tekstschrijver zijn slager moet geloven dan valt er ook het nodige af te dingen op die vorm van onderwijs. Hij stond een stagiair op de vingers te kijken die stuntelde met wisselgeld en zei: ‘Het eerste wat we stagiaires moeten leren, is rekenen.’

Wat was er mis met de ambachtsschool?

Niets. Een ambacht is een oud begrip dat waardering uitdruk voor de vakman: ‘handwerk dat aangeleerd moet worden, als broodwinning beoefend’, leert Van Dale. Op de ambachtsschool leerde je de beginselen van lood gieten, timmeren, schilderen, metaal bewerken, auto’s repareren, elektrische installaties aanleggen. Van mannen die uit de praktijk kwamen en gewend waren een stofjas en overall te dragen. De broer van de Tekstschrijver kon van een plaatje koper een handige asbak maken. De Tekstschrijver kreeg bij boekhouden steeds een andere uitkomst als hij de lange optelsom opnieuw maakte.

Al die beroepsopleidingen maken de directeur van een schildersbedrijf niet gelukkig. De instroom van leerlingen naar haar leerbedrijf is klein. Zij kan zo vier vakbekwame schilders plaatsen, maar ze zijn er niet. Zij pleitte voor de terugkeer van de ambachtsschool. Als marketingmensen in staat zijn voor veel geld plakjes aardappel te verkopen als een ouderwetse delicatesse (Oma’s bakaardappelen) dan moet het niet zo moeilijk zijn de ambachtsschool een nieuw in te blazen met een zinvolle reputatie. Want daar begint een herwaardering van het handwerk..

LEUK ALS U REAGEERT