Het kost de Tekstschrijver weinig moeite om voor zijn klanten de realiteit eerlijk en positief te beschrijven. Niet rooskleurig, want rozen hebben de eigenaardigheid dat zij prikken. Wel veelkleurig, zodat er voor iedereen iets te herkennen valt in de informatie.
Met zijn eigen realiteit heeft de Tekstschrijver veel meer moeite. Daarin overheerst het zwart. En bij aanhoudende zonneschijn soms het grijs. Zo verwacht hij binnenkort een brief van zijn gemeente met het dwingende advies om naar een andere woon- of verblijfplaats te verhuizen. Of in het jargon der ambtenaren: woon- c.q. verblijfplaats.
Dit vooruitzicht nestelde zich in de geest van de Tekstschrijver toen hij een bezoek bracht aan een website van de gemeente en las dat de gemeente daadkrachtige inwoners vraagt. Helaas is de Tekstschrijver alleen daadkrachtig als het gaat om het uitstellen van noodzakelijke werkzaamheden die hem geen of weinig plezier verschaffen. En dat is nog niet eens alles, want zijn gemeente wil ook nog dat de daadkrachtige burgers in gesprek gaan met het bestuur en – nog meer schrik om het hart – met professionals.
Deskundigen hebben aan halve woorden genoeg
De Tekstschrijver is in alle opzichten een amateur die het aan moed ontbreekt om van gedachten te wisselen met professionals. Hij durft niet eens in hun buurt te komen, zo bang is hij dat zij het woord tot hem richten. Deskundigen hebben aan halve woorden genoegen of praten in vreemde woorden, terwijl de Tekstschrijver soms vele tientallen eenvoudige woorden nodig heeft om iets te begrijpen. Laat staan om daarover een houtsnijdend gesprek te voeren. Vooral als het gaat over voetballen, moderne communicatiemiddelen (vanaf de telex), het gedachtengoed van managers, de situatie in Rusland en het Midden-Oosten, citymarketing en handvaardigheden die onder de noemer doet-het-zelf vallen.
Op momenten als deze denkt de Tekstschrijver met verlangen terug aan de tijd dat de Burgemeester precies wist wat goed was voor zijn gemeente. In Krommenie waren dat heel lang de plantsoenen en het park. De Burgemeester heette niet voor niets Jan Rozenbottel. Hij hoefde niet aan de Krommenieërs te vragen hoe zij de toekomst zagen, want dat wist hij zelf het beste. Dat waren gelukkige tijden. Zeker voor mensen als de Tekstschrijver.