Deze column gaat over Dotan, maar niet over mijn verbazing over alle ophef rond deze onbeduidende persoon. Wat hij deed, is toch gangbare praktijk in de wereld van de social media? Dankzij Dotan herinnerde ik mij een jongen uit mijn schoolgaande jaren. Ik verschuil hem achter de naam Dick. Hij was een buitenbeentje, zij het diametraal anders dan de branieschopper Bob. Dick maakte deel uit van de klas, maar hoorde er niet echt bij. Zoals een dorp ooit plaats bood aan een dorpsgek Hij leefde in een schulp. Hij had klasgenoten, maar geen vrienden. Niet op school en ook niet thuis.
Dick was wat langzaam van begrip. Je kon hem zien denken, maar dat haalde bij hem weinig uit. Zijn gestotter (de stelling van Pieta…Pieta…Pietagoras?) wekte vaak ons lachlust en die van een aantal leraren. Hij strompelde naar het eindexamen dat hij nipt tot een goed einde wist te brengen. Hij ging niet naar de examenfeestjes en bij hem thuis verbood het communistische gedachtegoed feestelijk vertoon dat niet partij gebonden was.
Als je tegen Dick zei dat we donderdag buitengym op klompen hadden dan verscheen hij op de klompen van zijn vader. Hij reageerde altijd met een brede grijns op alles wat hem werd aangedaan. Veel te laat besef je pas hoe vaak we te ver waren gegaan.
Een donker hol in de kelder
Jaren geleden kwam ik Dick onverwacht tegen bij een potentiële klant, een fabriek in Koog aan de Zaan. Hij werkte op de postkamer, een donker hol in de kelder. Ik voelde me ongemakkelijk door de eenzaamheid die hier voelbaar was. Ik herkende hem meteen, aan zijn gedrongen gestalte en zijn brede grijns. Hij vreesde voor zijn baan, want hij zag de hoeveelheid post zienderogen afnemen. Hij zag er tegenop om te veranderen. Om te verkassen naar een nieuwe baas en een nieuwe omgeving. Hij vertelde dat hij nog steeds in zijn ouderlijk huis woonde. Alleen. Nooit getrouwd. Zijn moeder was onlangs hoogbejaard overleden. Hij grijnsde. En ik wist niet hoe ik het gesprek moest voortzetten.
Ik vroeg me af wat erger of treuriger was. Een leven met weinig of geen vrienden. Of een leven met vrienden die niet bestaan en die je de hemel in prijzen die een hel blijkt te zijn. Dotaneren lijkt mij een passend begrip voor vriendschap zonder vrienden.